Posts

Posts uit mei, 2020 tonen

GEEN MOSSELEN

GEEN MOSSELEN                                                                                             Jo is Denoo Tijdens de twee maanden met een l in hun naam eten we af en toe lilpudding. Ik poog vandaag mijn kolom te vullen met alle leden uit ons alfabet, tenzij één. Ukken uit de papschool hebben aanvankelijk veel last met dat moeilijke tongpuntgedoe. Speeksel alom. Volwassenen ook soms: ze maken een keel- of huigklank. Je hebt eigenlijk hoofdzakelijk je tong nodig, en die moet geoefend zijn. Mei, juni, juli en augustus hebben evenmin dat moeilijke geluidje. Dat schijnt ook iets met mosselen te maken te hebben, weet je wel: noch vlees, noch vis, wel snot. Gelooft u dat? Ach. Vakantie en geen mosselen: het is als een theeloos Engeland, of een België dat geen patatketen heeft. De consonant die ik nu niet uit mijn pen of laptop wil laten vloeien, heeft in buitenlandse talen bijna altijd een speciale klank. In het Duits glijdt hij tamelijk zacht op de tong. Hij bestaat nauwel

OUDGEDIENDEN & STIEFZUSJES

OUDGEDIENDEN & STIEFZUSJES                                                               Joris Denoo Het Nederlands kent misschien wel enkele miljoenen woorden. We gebruiken er doorgaans niet zoveel van. Als we er gebruiken, zijn het vaak dezelfde. Dan worden die woorden dat ook wel eens moe. U kent metaalmoeheid, sleet, ouderdom. In woorden kan dus ook de mot zitten. Oudgedienden: zaken die zo vaak gezegd worden dat ze moe zijn. Een beknopte bloemlezing. Laten we de rivier volgen. We snijden ze de pas af. De warmte zit binnen. De tijd staat niet stil. Ze kunnen nu al veel. Er hangt een prijskaartje aan. We moeten er eens uit zijn. Wit is altijd schoon. Wij zijn niet boos, wij zijn woest. De kleine man is weer de dupe. Alle aanwezigen gingen tevreden huiswaarts. De afwezigen hadden ongelijk. De bal is rond. Voetbal is oorlog. De kinderen zijn weer het slachtoffer. Het wordt een hete herfst. De politie staat voor een raadsel. De horeca klaagt steen en been. De terrasjes lok

BORSTELSNOR

BORSTELSNOR                                                                                     Joris Denoo Streuvels heeft me altijd al in zekere mate geboeid. Zelfs van toen ik nog de vreselijke leerboeken uit het middelbaar als bijsluiters bij mijn intellectuele opvoeding kreeg, vond ik hem al een eigenaardige tiep, met sympathie. Van al die antieke schrijvers sprak hij mij het meest aan. Een vent met een raar karakter, met stug haar, die veel niet thuis gaf, die volgens de gazetten een paar keer gestorven is, die graag fotografeerde maar zelf door de toenmalige koning werd gefotografeerd. Aan die vreemde kerel met zijn haar als een bak spijkers en zijn snor als een borstel en zijn wenkbrauwen als hangende tuinen heb ik al meerdere teksten gewijd. Schuine teksten onder andere, ook gekend onder de oubollige naam ‘cursiefjes’. Ook in een jeugdboek uit 1986, ‘De Bende van de Beeldenaar’, heb ik hem ten tonele gevoerd, in de vorm van een borstbeeld op een sokkel. Ik publiceerd

DE WRAAK VAN VOORWERPEN

DE WRAAK VAN VOORWERPEN                                                                  Joris Denoo Voorwerpen hebben een kwade wil omdat ze uit zichzelf niets kunnen ondernemen. Het bekendste voorbeeld – dat altijd op instemmend ja-geknik wordt onthaald – is de besmeerde boterham die onveranderlijk (… als het niet-winnen van de lotto…) op die ene kant terechtkomt wanneer hij op de grond valt. Dat is de weerwraak van het voorwerp. Maar hij valt nooit vanzelf. Hij zorgt ervoor dat het altijd de schuld van iets of iemand is. Onwillige voorwerpen zijn er bij de vleet. De boom die het fatale eindpunt van een auto-ongeval betekent. De prop die maar geen driepunter in de papiermand wil worden. De diepte van een dameshandtas. De onontwarbare schoenveter. De onwil van een deksel op een bokaal. De koppigheid van een cijferslot. Het gewicht van een reistas. Het onevenwicht van een kerstboom. De valzucht van een vaas. De scherpte van een schaar. De stugheid van verpakkingen. Dagel

LICHTING 1953

LICHTING 1953                                                                                     Joris Denoo Het was lang voor Rock Torhout, dat al zolang alweer verdwenen is, neergekogelde presidenten, harttransplantaties en mensen op de maan. Twee sinterklazen in één doodlopende straat. De geur van oude klokhuizen in ijzeren vuilnisbakken. Een imposante boom op de speelplaats. Knellende elastieken rond kousen. Ellende van korte broeken en gloeiende oorschelpen. Knikkerterreur en bikkelhiërarchie. Gapende kniewonden. De strenge sigaar van een vierkant schoolhoofd, gezegd: ‘directeur’. Het was zoveel warmer in de zomer en zoveel kouder in de winter. Is dat zo? Een ding is zeker: ik was zoveel kleiner. Storm en regen. Wegwaaiende hoeden en paraplu’s in leerboeken. Stoute wind! Liefde voor pen, potlood, later balpen. Angst voor de inktvlek. Ook voor vier beentjes aan de letter m. Hoogtepunt: ‘Meester, mijn balpen is leeg!’. Triomf: een verse dus. Aap, roos, zeef, muur, voet, neus,

DIPLODAY

DIPLODAY VIVESDIPLOMERING 17 oktober 2019 Torhout                          Joris Denoo (Op verzoek hierbij gepubliceerd, een speech aan de lerarenopleiding in pre-coronatijden)                         Beste genodigden, ouders, oud-collega’s, oud-studenten en mannen of vrouwen van je leven Jullie hadden een droom. Vandaag, D-Day ofte DiploDay (of, zo u wil: Vivexit), wordt die werkelijkheid. De koning van Nederland op Prinsjesdag en de Algemeen Directeur op de academische opening zeiden het al: het is een mooi beroep. Wacht maar tot ik groot ben. En kijk: het is gebeurd. Jullie oefenen minstens 12 beroepen uit. Da’s topsport. Als ik later groot ben, dan zal ik astronaut zijn. Want ik beschrijf banen om de hoofden van mijn leerlingen. Want ik heb een baan uit de duizend. Want soms zie ik sterren. Want ik ken de hemelse lichamen. Want mijn leerlingen wensen me soms naar de maan. Als ik later groot ben, dan zal ik apotheker zijn. Want ik kan mijn leerlinge

ZWANENZANG

ZWANENZANG VAN M/V – MEESTER IN DE VAKKEN           Joris Denoo                                                           Het laatste decennium van mijn beroepscarrière als lector Nederlandse taal aan de hogeschool voor lerarenopleiding VIVES – campus Torhout voel ik me als een otter in het water. Ik krijg er nochtans (zoals veel collega’s) op gezette tijdstippen nog wat hooi bij op mijn reeds ruim bedeelde vork: ‘titularis’schap (als niet-pedagoog) van een aanzienlijke ouderejaarsgroep, extra engagement uitdieping keuzevak Drama, hoofdredactie studenten- en docentenblad, inhoudelijk trekker werkgroep Taalbeleid op nationaal niveau, medebetrokkene Muzische vorming, docent optie ‘Omgaan met anderstaligen’ (ik noem het OMA), docent Taalvaardigheid en Expressie voor zowel lager als secundair onderwijs. Er dient geregeld opgedraafd te worden. Sommige zaterdagen zijn niet meer zo sabbatical als voorheen. Bovendien worden bijna elk academisch jaar de organisatie en het programma van ons d

PLEIDOOI

PLEIDOOI VOOR ZINVOLLE EN LEUKE TAALLESSEN                       Joris Denoo (Intro op mijn leerboeken Verlichte gedichten & Amuzementen, Acco Leuven/Den Haag) Een sessie ‘taalplezier’ open ik met twee afschuwelijke Nederlandse woorden: ik heb geen hand-outs, en zelfs geen PowerPoint. Ik ben buitenlands lid van de Zwitserse Anti PowerPoint Partei. Ja, die bestaat echt. We zijn tegen half verduisterde leslokalen, saaie projecties en herhaling van die saaie projecties op papier dat je in dat halfduistere leslokaal eigenlijk maar half ziet. Alles wat ik hierbij verkondig, staat in mijn boeken: ‘Verlichte gedichten’ & ‘Amuzementen’. Ik weet: er bestaan fantastische leerboeken en leerlijnen en didactische werkbundels, maar ik mis daar de vreugde in. Taalvreugde. Bovendien hou ik niet van bloedloos en vreugdeloos getheoretiseer.   De sessies in mijn boeken zijn met alle mogelijke leeftijden en in vele soorten opleidingen concreet uitgeprobeerd: eerste leerjaar, zesde lee

VEDERLANDS

VEDERLANDS                                                                   Joris Denoo LETTERBETISCH Achterbaksel: lastig nageslacht op de achterbank van een auto Afkoriaans: afko-taal Appartemens: persoon levend op eenzame hoogte Asbest: as op z'n best. Op z'n asbest: niet op z'n paasbest. Dood. Ashole: urn Antibeautica: middel tegen te schone schoonheid. Baasontsteking: woedebui van iemand die het voor het zeggen heeft Basielzoekers: in de aap gelogeerde Fawlty Towers- achtige hotelgasten Belgrim: Belg die ijvert tegen de barst in België Binnenpretparkje: aardig stadstuintje  Bikiniks: monokini Briesvak: tribunecompartiment van diehards Bewijsbegeerte: drang naar vraagstukken en hun oplossingen; drang om te meten Curryculum: levensloop van een kok Coureur locale: kermisrenner Chemie: bekend restaurant Demonstructie: samenraapsel van demonstratie, instructie, construc