DE WRAAK VAN VOORWERPEN


DE WRAAK VAN VOORWERPEN                                                                  Joris Denoo


Voorwerpen hebben een kwade wil omdat ze uit zichzelf niets kunnen ondernemen. Het bekendste voorbeeld – dat altijd op instemmend ja-geknik wordt onthaald – is de besmeerde boterham die onveranderlijk (… als het niet-winnen van de lotto…) op die ene kant terechtkomt wanneer hij op de grond valt. Dat is de weerwraak van het voorwerp. Maar hij valt nooit vanzelf. Hij zorgt ervoor dat het altijd de schuld van iets of iemand is.

Onwillige voorwerpen zijn er bij de vleet. De boom die het fatale eindpunt van een auto-ongeval betekent. De prop die maar geen driepunter in de papiermand wil worden. De diepte van een dameshandtas. De onontwarbare schoenveter. De onwil van een deksel op een bokaal. De koppigheid van een cijferslot. Het gewicht van een reistas. Het onevenwicht van een kerstboom. De valzucht van een vaas. De scherpte van een schaar. De stugheid van verpakkingen.

Dagelijks wordt de mens geconfronteerd met de kwade wil der voorwerpen.

Een variant van die kwade wil betreft het verdwijnen of het zoekraken van voorwerpen. De bril. De ring. De portemonnee. De autosleutel. Dat is ook een vorm van wraak.

Daarom is het beter zo weinig mogelijk voorwerpen te bezitten. Ze zijn te wraakzuchtig. Hou het maar bij gedachten en ideeën. Alles wordt nu eenmaal toch gedigitaliseerd of geprint. Straks zitten alle mogelijke denkbeelden op Ideepedia en is de perfecte uomo universale uit de printer verrezen, samen met zijn raket naar Mars. Al de rest zal wegwerp zijn. Geen voorwerp, maar echt wel wegwerp.                                                                                          

Dit bericht ontploft na negentien seconden.