BELEEFTIJD
BELEEFTIJD Vanaf het jaar 1971 hield ik agenda’s en dagboeken bij, soms summier, soms uitgebreid, in combinatie met elkaar. Het betreft een soort getrouwheid aan de tijd. Nog altijd. Iets is niet gebeurd als het niet opgeschreven wordt. Nu ik er, anno 2024, in blader, is het bijna angstaanjagend: ik weet precies wat ik gedaan heb en waar ik was op 1/1/1971, 4/4/1984, 9/9/1999 of 1/2/2015. Het is een indrukwekkende collectie van alibi’s. Ik beken: ik doe het nog altijd, in de beknoptst mogelijke vorm. Mij niet gezien op een plaats des onheils of delict: ik was waar ik schreef. Mijn woorden zijn mijn bewijsplaatsen. (Of… second opinion: het kan ook een dubbele dagboekhouderij betreffen. Ik ben immers schrijver, die net als een advocaat beroepshalve mag liegen). De formaten variëren: van klein notitieboekje over schoolschrift en klassieke hardcover agenda tot administratief grootboek. Gewoonlijk recycleerde ik blanco onverkochte agenda’s of ongebruikte schriften uit een vers verleden, b...