BREUKEN

 

 BREUKEN

-          Een derde ervan klopt niet.

-          Een derde van wat?

-          Waarvan, moet je zeggen.

-          Een derde waarvan, dan?

-          Wel: van drie derden.

-          Het geheel, dus?

-          Ja.

-          Maar welk geheel?

-          Twee derden plus dat verdachte derde.

-          Nu snap ik het.

-          Is het geheel duidelijk?

-          Voor drie derden, ja.

-          De totale breuk, dus.

-          Noem het maar een doorbraak.

-          Haha.

-          Maar wat klopt er nu niet?

-          Van dat geheel?

-          Ja: van die drie derden.

-          De totale breuk?

-          Precies.

-          Er is wel een streep door de rekening.

-          Eh?

-          Twee zesden blijven onduidelijk.

-          In mensentaal, graag.

-          Twee derden zijn duidelijk.

-          Had dat dan eerst gezegd.

-          Ik begin gewoonlijk met het slechte nieuws.

-          Drie vierden van de mensen…

-          Stop!

 JORIS DENOO