TITEL

 

TITEL

Dit verhaal zou een titel kunnen hebben als een jas van de C&A. Dat zou gepaard gaan met twee problemen. Eén: het zou een doodgewone titel zijn. Twee: de C&A zou me levenslang de toegang tot hun textielparadijzen kunnen ontzeggen. Ik wacht dus nog even op de komst van een goede titel. Graag een pakkende titel. Gewoonlijk wordt zoiets achteraf gedaan, nadat het verhaal zijn verloop heeft gekend. Nu weet ik het zelf even niet meer. Het derde probleem is namelijk dat ik nog geen verhaal heb bedacht. Vandaar mijn wachttitel: Titel.

Er zijn zovele verhalen te bedenken, dat ik nog geen keuze heb gemaakt. Ze malen in mijn hoofd, alle kandidaat om uiteindelijk als versgebakken brood met beleg geserveerd te worden. Ik heb alvast enkele woorden voorgesorteerd die via zinsbouw een bijdrage tot mijn verhaal zouden kunnen leveren. Tijdens enkele sufmomenten, een belangrijk proces in de kunst van het schrijven (onder het mom van ‘associaties’, om het zaakje een aanvaardbare naam te geven), sprokkelde ik die bijeen. Men wil nu eenmaal liever niet met ongeleide projectielen werken. De dingen moeten een naam hebben, anders wordt er geen geloof aan gehecht. Vandaar ook dat een titel zo belangrijk is. Hij mag echter alleen fungeren als een deksel op een doos en niet bij voorbaat verklappen hoe alles ineenzit. Spookt een mogelijke titel al een tijdlang door mijn hoofd, dan is dat normaal, want een titel vraagt om hoofdletters. Blij dat u, lezeres, lezer, het met mij eens bent dat ik een goede titel heb gevonden: TITEL.

Voetnoot: een ondertitel bewijst het gebrek aan kwaliteit van de hoofdtitel en de behoefte van de auteur om alsnog meer voorafgaande uitleg te geven. Er schort dus iets aan het verhaal, ook al wordt de ondertitel in het iets nederiger cursieve lettertype aangeboden.

JORIS DENOO