Posts

MIJN POLITIEK PROGRAMMA

Afbeelding
MIJN POLITIEK PROGRAMMA                                                                   Joris Denoo   Geachte kiezerin en kiezer, beste burgers. Ik spreek tot u zonder muilbandje, zonder blad voor de mond als het ware. Ik zie het al aankomen, want ik heb het in de gazet gelezen en op café gehoord: we krijgen binnenkort weer kiespijn. Ze geraken er niet uit. We worden met z’n allen weer het op één na kleinste hokje in gejaagd. Daarom pik ik graag wat van uw kostbare tijd om mezelf als windhaan voor te stellen en uw stem te vragen. Het moet echt anders. Mijn kandidatuur voor de verkiezingen hoeft niemand te verwonderen. Ik wil macht en ik wil geld. Reeds lang voel ik de politieke microbe in mij woekeren. Het is een schitterende ziekte, waar ik u allen het slachtoffer van wil maken. Wat u dan nà mijn verkiezing uitvreet, gaat me geen bal meer aan. Ikzelf heb de knoop doorgehakt. Ik wil vernieuwing, doorbraak, vette vis, grote kuis, evenwicht, vooruitgang, verbondenheid en rechtvaard

MILJARDEN FLARDEN

Afbeelding
MILJARDEN FLARDEN Toen ik het tamelijk ronde getal van 550 flarden bereikte (net 146 meer dan mijn geluksgetal, jawel: 404 – nog ietwat verwijderd van een eerste miljard) besloot ik dat ik de lezers genoeg aan het (laatste) lijntje had gehouden met de immer weerkerende frase: de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe. Met de regelmaat van een boeddha (of een stilgevallen klok die toch nog tweemaal per etmaal de juiste tijd aangeeft) publiceerde ik om de vier dagen zo’n flard op SmoelenBoek. Bij dezen hou ik daarmee voorlopig op, maar wie de totale collectie alsnog wil raadplegen kan die opvragen via joris.denoo@gmail.com . Dit digitale boek kan zomaar pardoes naar uw inbox worden overgeheveld, taksvrij en gratis. Een geste vanwege de Schrijver van Miljarden Flarden, geheel de uwe. (... die overigens op verzoek van velen onlangs deel II van de Miljarden Flarden heeft opgestart... )

FRINCH FRAAIS

  FRINCH FRAAIS                                                                            Joris Denoo ‘Voor mij een middelmatige, zonder zout.’ ‘Moet er nog iets bij?’ ‘Zoutzure Vlaamse stoverijsaus, in een potje apart.’ ‘Dat is ‘t?’ ‘Ja. Mag ik zeggen dat uw frieten wereldbefaamd zijn.’ ‘Merci.’ Hoopvol en hongerig keek Seppe Meppe naar het sissende en ziedende vet in de frituurmand. Daarna gleed zijn blik over de batterij knijpflessen met diverse sauzen. Die hingen ondersteboven, als uiers, klaar om het lekkers eruit te persen.  ‘De zoutzure Vlaamse stoverijsaus hangt hier niet bij’, merkte Seppe op. ‘De warme bereidingen krijgen we… maken we apart.’ De frietbazin wees met een schuimspaan naar een andere batterij rechthoekige keteltjes met deksel. ‘Ah ja, natuurlijk. Stom van mij.’ ‘We hebben ook bolognaisesaus. En warme tomatensaus. Zelfs ajuin-en-champignonsaus.’ ‘Wauw. Een grote keuze, mag ik zeggen.’ ‘Ja.’ ‘Dat er zoveel frieten uit een patat komen.’ ‘Hm.’ ‘Allez… een grote pa

'ALS DE ROOK OM JE HOOFD IS VERDWENEN'

'ALS DE ROOK OM JE HOOFD IS VERDWENEN'                                      Joris Denoo (Herinnering aan de oude rookkamer in het Sint-Jozefsinstituut in Torhout) Het was het tijdperk van ‘Sprint, de sigaret voor de sportman’. De voltallige rookkamer van het instituut is inmiddels… nou: uitgerookt. Vroeger rook het hele instituut naar een rokerij. Allemaal rokerigheid. In de gangen en lokalen hing permanent een verschaalde lucht, bijwijlen zelfs zichtbaar zeilend in slierten die op lijkwaden leken. Half gedronken koppen koffie en te haastig uitgedrukte peuken zorgden daarvoor. De cultus van de sigaret heerste zo ontegensprekelijk dat zelfs niemand er aanstoot aan nam dat peuken op de grond werden gegooid en simpelweg platgetrapt. Zoals in vrijwel elke film. Daarna kwamen er toch asbakken. Eerst van die grote lelijke ijzeren ondingen die op tafels werden neergepoot, in het middelpunt van de belangstelling. Vervolgens nog lelijker gedrochten in de vorm van metalen zuilen op h

OUDE LIEFDE RUST ZACHT

OUDE LIEFDE RUST ZACHT                                                                      Joris Denoo   Ik zag Fr. weer. Het was een halve eeuw geleden. Zij was 14, ik 17. Nu waren we zestigplussers. Uitgerekend mijn pa en haar pa brachten ons weer even samen. Mijn pa die destijds met alle middelen waarover hij beschikte onze kalverliefde te lijf ging. Ook haar pa (en ma) deden hun duit in dat zakje. Haar mannelijke ouder werd 90, de mijne 88. Taaie rakkers. Ze kwamen te gaan in de donkerste dagen tijdens de jaarwende 2019-2020, op de vooravond van de corona-pandemie.   Op een kille avond begin januari 2020 hadden we in mijn geboortestad een afspraak met de begrafenisondernemer in het rouwcentrum. Van 17 tot 18 u konden de twee recent overledenen er ook bezocht worden. We brachten een laatste groet aan pa in de leliekamer en bespraken het protocol van de afscheidsdienst. Bij het verlaten van het pand troffen we in de hal (met rustig geklater van water en een vis of zes) een twe

KERSTENINGSTIJD & KAPITALISME

KERSTENINGSTIJD & KAPITALISME                                                    Joris Denoo   Ma bukte zich onderworpen voor me neer om mijn winterkou­sen tot vlak onder mijn knieschijven op te sjorren. O, wat haatte ik dat. Die kousen kriebelden, lelijk en grijs, en haar koude handen kietelden onprettig. Een wit elastiek moest die dingen ophouden, en de rand van de kousen werd eroverheen geslagen. Als je liep, moest je keer op keer nakijken of alles nog op de goeie plaats zat. Dunne benen had je beter niet. Na een paar dagen gebruik was dat witte elastiekje vuilwit geworden, een week later zo grijs als de kousen zelf. Erg, heel erg: de winter en de dooi en alles, alles wat daar­bij kwam kijken. Auto's die je met bruine kledder besproeiden. Het gorgelen en rochelen in afvoerpijpen en rioleringen. De vale zon met haar valse licht en toch moest je een muts op je kop en een sjaal rond je nek. Wanten met een duim erin. Ook hier weer een elastiekje dat pijnlijk in het vel van

ZOETE WRAAK

ZOETE WRAAK                                                                                     Joris Denoo 'Each man kills the thing he loves'      Leopold Tavernier arriveerde midden in het schooljaar als een vreemde eend in de bijt in onze klas. Hij had een dure slobberpull, een Franse r en potloden waar ongelofelijk mooie tekeningen uit vloeiden. Het magische woord dat hem vergezel­de, was 'Congo'. In de krant hadden we al foto's gezien van zwarten met afgehakte handen. Uit dat wrede Congo was Leopold Tavernier met zijn ouders halsoverkop weer naar België ge­vlucht. Daarom wou iedereen hem wel naast zich in de bank. Meester Gilbert velde een gemakkelijk salomonsoordeel: Leopold werd elke dag bij iemand anders geparkeerd. 'Zeg, zijn de zwarten overal zwart?' 'Heb je ginder maniok geproefd?' 'Wat doen ze daar eigenlijk met al dat zilverpapier?' 'Jongens, jongens!', zei meester Gilbert. 'Laat Leopold nu eens een beetje met

MET ALLE CHINEZEN

MET ALLE CHINEZEN                                                                                  Joris Denoo   Hebt u al een kind gekocht? Of geassisteerd daarbij? Hebt u al een boek geschreven? Hebt u al een boom geplant? Een Chinees spreekwoord zegt dat dit drie dingen zijn die tijdens een mensenleven moeten gebeuren. De volgorde is van geen belang. Ach, misschien had u geen tijd daarvoor. U had het veel te druk. Er was een tijd dat u dacht: ‘Ik ben een vondeling. Mijn mannelijke en mijn vrouwelijke ouder hebben me geadopteerd toen ze nog van goede wil waren, omdat ik zo speciaal was. Nee, ik ben geen fotokopie van mijn broers en mijn zussen. Wacht maar: ik zal de wereld nog verbazen.’ Even later brak een periode aan waar u gedichten schreef, stiekem. Omdat u zich speciaal voelde. U besefte niet dat iedere puber dat deed. Ook wilde u moederziel alleen op een onbewoond eiland aanspoelen, is het niet? U leed lange tijd aan eilanderigheid. U las zelfs enkele boeken toen. U zou jon

LIBERALE SCHOENEN

LIBERALE SCHOENEN                                                                          Joris Denoo Liberale schoenen, daar waren mijn jongere broer en ikzelf gloeiend kwaad op, jarenlang, totdat de oude Vandamme zijn teringschoenengroothandel in onze straat op moest doeken omdat hij gek werd. Maar toen waren we zelf al halfgek, en bijna de deur uit thuis. Liberale schoenen, definitie: foeilelijke schoenen met te grote, te spitse of te brede punten. Ze waren alomtegenwoordig in de magazijnen van de liberaal Vandamme. Het was godgeklaagd, maar de oude liberaal Vandamme, die tot meters boven zijn dikke kop duizenden dozen schoenen gestapeld had, beschikte nooit over ook maar één paar schoenen waarvan mijn broer en ikzelf eindelijk eens konden zeggen: voilà, dat is het. Het bleef een onbereikbare droom in een Deense koekendoos. En het veroorzaakte nachtmerries bij ons, waarin we schoensmeer te vreten kregen. Onze vrouwelijke ouder kende in die donkere vervloekte tijden maar twee do