FRINCH FRAAIS
FRINCH FRAAIS Joris Denoo
‘Voor mij een
middelmatige, zonder zout.’
‘Moet er nog iets bij?’
‘Zoutzure Vlaamse stoverijsaus, in een potje apart.’
‘Dat is ‘t?’
‘Ja. Mag ik zeggen dat uw frieten wereldbefaamd zijn.’
‘Merci.’
Hoopvol en hongerig keek Seppe Meppe naar het sissende en ziedende vet in de
frituurmand. Daarna gleed zijn blik over de batterij knijpflessen met diverse
sauzen. Die hingen ondersteboven, als uiers, klaar om het lekkers eruit te
persen.
‘De zoutzure Vlaamse stoverijsaus hangt hier niet bij’, merkte Seppe op.
‘De warme bereidingen krijgen we… maken we apart.’
De frietbazin wees met een schuimspaan naar een andere batterij rechthoekige
keteltjes met deksel.
‘Ah ja, natuurlijk. Stom van mij.’
‘We hebben ook bolognaisesaus. En warme tomatensaus. Zelfs
ajuin-en-champignonsaus.’
‘Wauw. Een grote keuze, mag ik zeggen.’
‘Ja.’
‘Dat er zoveel frieten uit een patat komen.’
‘Hm.’
‘Allez… een grote patat.’
‘Het kan ook een slecht jaar zijn, als het dat is wat je bedoelt. We hangen
daarvan af. Van de landbouwboeren. Allez… ge weet wel.’
‘Eh… nee… ja.’
‘In een potje apart hé?’
‘Ja, potje apart. Bedoel je een jaar van kleine patatjes?’
‘Waterpatatten. Zakpatatten. Slijkpatatten. Wormpatatten. Coloradopatatten.
Puistpatatten. Geen patatten.’
‘Ah ja. Dan schieten de prijzen de lucht in zeker?’
‘Dan hebben we zeker prijs.’
‘Geef nog maar een cola ook.’
‘Fles of blik?’
‘Blik.’
‘Light of gewoon?’
‘Gewoon. Gezond.’
‘Komt eraan.’
‘Het blijft een typisch Vlaams gerecht hé.’
‘Wat?’
‘Frieten.’
‘Daarom heten ze ook french fries. Een echte Vlaamse stoofpot van Engels en
Frans. Frengels dus. En in ’t Ollands is ’t patat.’
‘Tja’, zei Seppe Meppe dom. ‘Frinch fraais.’
Zijn r rolde als een mitrailleur tegen de papillen van zijn gehemelte en hij
kwijlde een beetje. Frietpeace geblazen in deze kathedraal van sissend vet en
blubberflessen, Last Post van streetfood voor de hongerigen.