Posts

DE HEE EN DE HAA

DE HEE EN DE HAA                                                                             Joris Denoo Hoedenavond, provinciehenoten uit mijn westelijke lage streek met de zware taalindustrie. Tevens een hoedendag andere Vlamelingen en Belgrims. Laten we even een bekend varkentje wassen. Een BV’tje. Heeft u al gehoord van de haa-naar-omhoog en de hee-naar-beneden? De gele dag al spookt die vraag door mijn hoofd. ‘Ja maar: moet het nu met een haa-naar-omhoog of schrijf ik het met een hee-naar-beneden? (ofte: omlaag). Die vraag gaat gewoonlijk gepaard met een grappig dirigentengebaartje in het ijle. Zonder stokje. Ik lach me te pletter bij dergelijke spelkwesties. Feesten van misvattingen en euvels bereiken dan mijn oor. Het slachtoffer herstelt zich dan, maar vervalt alweer in een ander taalkwaad: al zijn haa-naar-omhoogs worden plotseling diep in de keel halfzacht in de boter gewenteld, en al zijn hee-naar-omlaags (ofte: benedens) worden in overdadig geschraap geflambeerd. Want h

HET JAAR 11

HET JAAR ELF                                                                  Joris Denoo (Gemengde gevoelens) INTRO Wordt het jaar elf een scharnierjaar in de eenentwintigste eeuw? Horen we het tandenknarsen van een nog jonge eeuw of zwaaien de poorten naar verandering gezwind en geolied open? Gemengde gevoelens overheersen: misschien vallen er lessen te trekken uit de Arabische Lente die een bloedhete zomer werd, de Japanse natuurramp die ook het menselijk falen evoceerde, de binnenlandse euforie (bij velen) van veranderend stemgedrag die in regeringloosheid verzandde, de yeswecanslogan die afgezwakt moest worden om de Verenigde Staten voor faillissement te behoeden.     Het getal 11 is van oudsher ‘gekleurd’. Het wordt, zeker na 11 september 2001, ook als een bijzonder wrang getal gezien. Het is het eerste meestergetal binnen de Kabbala. Elf is in het dagelijkse spraakgebruik het gekkengetal. Elf overschrijdt het geheel van de tien geboden. Binnen de dertiendaagse schepping

APPARTEMENS

APPARTEMENS                                                   Joris Denoo De appartemens als individuo Ik heb benul. Ik doe nog niets. Maar er is wel wat aan de hand. Dat besef ik wel. Om me heen kijkend, voelend, luisterend, proevend en ruikend detecteer ik onophoudelijk elementen die me noodlottig kunnen worden. Een barst in een muur, een loszittende dakpan, een verdwaalde kogel, een uitdijende cel, een gasgeurtje, een getal te weinig, een duimbreed te kort, een visgraat, een luchtbel, een cijfer te veel, een komma te kort… kunnen de klakkeloze dommekrachten vormen waarvan het noodlot zich bedient. Het lot zit ‘m in het detail, maar het noodlot doordrenkt ook tijden en ruimten. Bovendien kan de ene mens voor de andere noodlottig zijn, terwijl dat dan net voor eerstgenoemde diens geluk kan betekenen. Voorwaar: de mens is een loteling, overal en altijd. En dat benul vormt het eerste besef van depressie. Maar ik kan ook essayeren. Ik hoef niet per se die foeilelijke groepsfot

KANALFABETISME

KANALFABETISME                                                                 Joris Denoo              (. . . en het woord werd tot chip geplet op het aambeeld van communicatie. . .)                                                                                                                  'Wie schrijft die blijft,                                                                                                                   maar buiten beeld' Dit essay (geschreven eind jaren ’80) kreeg de A.H. Cornette Essayprijs (periode 1991-1995) van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde Gent 96 'ENTER'. Het startschot van dit essay wordt gegeven door een boutade uit de mond van een docent Beeldende Opvoeding. Die is gericht tot een tape-, chip- en schermgeneratie. De expositio voert de motieven ten tonele die het thema 'woord & beeld' hardmaken (lezen en maatschappij; leescultuur bij jong en ouder; het moderne analfab