HANDEN OMHOOG!
HANDEN
OMHOOG! Joris Denoo
Geld bestaat niet. Het is uit
de lucht gegrepen. Iedereen ontkent het bestaan ervan. Zo worden bij elke
overval de handen symbolisch omhoog geheven. Overal ter wereld. Geld heeft wel
een kleur: die van de spijt waarmee afgedokt en de gretigheid waarmee ontvangen
wordt. Slijmgroen dus, en gespikkeld. Geld wil altijd het huis uit. Overal
langs de weg staan vriendelijke wisselagenten. Ze wrijven zich in de handen en
tuiten hun lippen. Hun gelach wordt door anderen betaald. Dieren hebben geen
geld. Geld onderscheidt de mens van het dier en de onmens van de mens. Daarom
ook kunnen baby’s geen dieren worden genoemd: van soms in de baarmoeder al
hebben ze een spaarrekeningetje. Is geld dus belangrijk? Ja hoor, anders ben je
een beest. Geld moet circuleren zoals op de renbaan of de achtbaan. Geld zou
vlugger de ronde moeten doen. Iedereen wil het aan zijn neus voorbij zien gaan.
Vroeger blonk alles. Wie geld had, bleef geld hebben. Wie er geen had, kon er
aan geen geraken. Nu is er overal beweeglijkheid. Piepjonge ondernemers in te
ruime apenpakjes in te grote fauteuils zitten zelden stil. Geld zweeft tussen
hart en kont, zoals de doodskist van Mohammed tussen hemel en aarde. Geld plant
zichzelf voort, in dezelfde families. Niet erg gezond is dat. Je krijgt er
ezeloren van, en een zeer wazige blik. Geld is dubbelzinnig. ‘Iets aan te
geven?’ vroeg de douanier aan de zondagsschilder op terugreis van een
buitenlandje. ‘Iets van onschatbare waarde,’ antwoordde de schilder. Prompt
werd het wagentje van de arme konterfeiter naar de pechstrook geloodst. Neem nu
Van Gogh, de beste langetermijnbelegger aller tijden: vrijwel de enige
Hollander voor wie geld geen rol speelde. Of een zeer kwalijke. Geld: het
stinkt als de ziekte, het schiet vormloos over, het is bezinksel, men glijdt
erin uit, men struikelt erover, het heeft de kleuren van vallen en pijn, men
verzinkt en verzuipt erin: geld is het slijk der aarde. Alleen de varkens
wroeten erin rond. Geld verricht ook een mirakel. Het zendt mensen door simpele
handoplegging wandelen: de gouden handdruk. Geld groeit, en herkent op den duur
zichzelf niet meer. Als het heel groot is geworden, krijgt het koorts: het wil
meer en andere gelden om te genezen en te groeien. Of het valt uiteen in
brokstukken om verder op kleine schaal zacht ziek te zijn. Dan herkent het
zichzelf weer. Op je tellen passen, maat! Voor je het beseft, ben je uitgeteld.